Tad-a-ra-TAD-aaaaa



De watervallen

We zijn met de brommer naar superveel watervallen geweest.
De waterval op mijn tekening is de eerste waterval die we gezien hebben.
We hebben in de rivier van deze waterval gespeeld.
Ik dreef mee met de stroming want er was veel stroming.
Mama en papa moesten mij tegenhouden!
Over de rivier was een bamboebrug.
Daar ben ik over gestapt.

Kobe

Op aanraden van een Belgische familie die we ontmoetten in Mae Salong planden we in ons reisschema een extra streek in Laos in: het Bolavenplateau. Prachtige landschappen, kleine dorpjes, indrukwekkende watervallen, koffieboeren om te bezoeken, ... En dat alles idealiter te verkennen op de 'moto' (lees: brommer). Klonk ons als muziek in de oren! En de kinderen vonden zo'n roadtrip wel cool klinken: net zoals papa en zijn vrienden met de moto op reis!


In Paksé worden we uitgebreid gebrieft door meneer Yves van Miss Noy, een uitgeweken Belg die nooit meer van plan is terug te keren (we kunnen het de man niet kwalijk nemen).  't Is even wennen aan het cynisme in zijn humor en het directe in zijn communicatie, westerse stijl. Hier in het Oosten is men immers steeds voorzichtig en beleefd, spreekt men niet snel vrijuit. Maar meneer Yves heeft het hart op de tong. En massa's tips voor wie veilig de baan op wil, op zoek naar natuurschoon en ander moois.  Bagage herschikken en een minimale bepakking selecteren. Eindelijk 'traveling light'! Nog een kleine testrit om te wennen aan de semi-automatique (en er in slagen op dat blokske rond verloren te rijden wegens zó geconcentreerd op dat versnellingspedaal!) en dan... En route!


Het eerste stuk van de lus loopt over een grote weg. Grmbl, dat was niet wat ik er van verwacht had. En dat is niet waar ik van hou. Bovendien is het snikheet. Gelukkig is er niet te veel (zwaar) verkeer op de weg, voornamelijk andere brommers. Even tanden bijten en proberen het positieve te zien, zoals de kramen vol prachtige manden en andere rieten en bamboe-koopwaar. Wat jammer (of gelukkig maar?) dat we met de moto zijn, die manden zouden prachtig staan in onze nieuwe badkamer :-) Even verderop het ene watermeloenkraam na het andere, bergen en bergen lekkers. Daar kunnen we niet aan weerstaan. En voor 10.000 kip (ongeveer 1 euro) moeten we dat ook niet laten. Voorzichtig plant ik het grote hakmes van de verkoopster in de meloen en snijd voor ieder een stuk af. Waarna de verkoopster overneemt en vakkundig de vrucht in stukken hakt. Het sap druipt over onze kinnen, terwijl we tussen de rommel in de berm een tentje opmerken. Zouden de verkoopster en haar schattige dochtertje hier echt wonen? Alleen nu, in het watermeloenenseizoen (bestaat dat eigenlijk, een watermeloenenseizoen?)? Of permanent? Slik.


 Tad Pasuam is de eerste waterval waar we halt houden. Het ligt bij een dorpje dat jammer genoeg in een soort Bokrijk veranderd is, een levend museum, nog weinig authenticiteit te bespeuren. Daar gaan we dus snel aan voorbij, al betalen we zonder tegenstribbelen wel het toegangsticketje, kwestie van de dorpsbewoners toch een beetje te steunen. De waterval zelf is de moeite waard. Niet erg hoog, maar het water stroomt naar beneden langs een reeks stenen kolommen, knap om te zien. De rivier brengt ons de verkoeling waar we zo naar snakken. De kinderen laten zich luid schaterend van plezier meedrijven op de stroming. Aan ons de taak om ze tijdig op te vangen, voor de stroom te sterk wordt of ze mee met het water naar beneden donderen. En daarbij proberen zelf overeind te blijven - wat niet altijd lukt :-) Over het wateroppervlak dansen insecten, de grote, langpotige versie van onze schrijvertjes. Aan de rotsen hangen de exoskeletten van weer andere insecten, hun oude jasje argeloos achtergelaten na een vervelling, als versteende krijgers die voor eeuwig op post blijven. Af en toe schiet van tussen de stenen een grote spin weg, nét iets te groot om nog tof te zijn. Genoeg beestjes voor vandaag!



Onze volgende halte is het guesthouse van Mr Vieng, koffieboer, en zijn vrouw. Als we het toegangsweggetje oprijden worden we al luidkeels begroet door de kinderen uit de buurt, die joelend achter onze brommers aan rennen. Een enthousiaster welkom kregen we deze reis nog nooit! Ons eigen drietal pelt de helmen van hun hoofden, test even de vernuftige bamboehangmat uit en gaat dan lekker spelen met de kinderen uit de buurt. Ondertussen genieten wij van koffie, euh nee, doe maar thee - het is al te laat op de namiddag om nog koffie te drinken. Gelukkig beschouwt Mr Vieng dat niet als hoogverraad en mogen we alsnog gebruik maken van zijn guesthouse. Meer nog, we krijgen een rondleiding met excellente uitleg over het organisch telen van koffie in de tuin en boomgaard rondom het huis. Meer daarover in een andere blogpost, al kan ik hier wel al vertellen dat we koffiebonen proefden in alle stadia van de rijping én roste mieren! Zotjes...



Aan tafel maken we kennis met Aad, een praatgrage Hollandse Belg die met veel humor honderduit vertelt over zijn fietstocht door Laos (respect!), over zijn pensionering, zijn appartementje in Thailand en bij uitbreiding eigenlijk over zijn hele leven. Bij een Beer Lao kletsen we verder als de kinderen in bed liggen, terwijl ik Mr Vieng help de pakken koffie te prijzen. Ideaal 'lesmateriaal' om 's anderendaags met de jongens eens te werken rond de kilogram :-) We bewonderen nog even de vaardigheid van Mrs Vieng aan het weefgetouw, bestuderen een paar dode gekko's (wat hebben ze lange tenen!) en dan gaan we weer op pad.


Ook op onze tweede dag veel koffiestruiken langs de weg, en ook maniokvelden. Wist je dat maniok supersimpel te verbouwen is? (ik niet, tot Mr Vieng het ons vertelde) De stokken van de plant van de vorige oogst breek/hak je gewoon in kleine stukken, die plant je in de grond en hoppa, je bent weer vertrokken! Met die nieuwe kennis in het achterhoofd zien we nu overal de bussels maniokstokken klaar staan, achterin de laadbak van een kleine truck, in voortuintjes, aan de rand van velden - in afwachting van dat de velden klaar zijn voor de nieuwe aanplanting. De techniek van de verschroeide aarde wordt hier trouwens nog voortdurend toegepast (best spannend, met al die houten huizen...). Verder genieten we onderweg ook van de talrijke blije, zwaaiende kinderen en dwaalt onze blik geregeld af naar de grappige mini-benzinepompen in felle kleuren en de prachtige houten  huizen. Al is het tegelijk zaak om niet te veel rond te kijken en alert te blijven aan het stuur, zeker als er dieren in de buurt zijn. Varkens, geiten, kippen en koeien steken onverhoeds over (en zonder waarschuwen, tssss!), dus het is opletten geblazen. Veel waarderende blikken en zelfs opgestoken duimen vanuit passerende voertuigen: toeristen op de brommer zijn ze hier wel gewoon, maar een vader en moeder met een nest kinderen op de brommer - Lao-style - da's toch een pak zeldzamer vermoed ik...


Het dorpje rond de watervallen Tad Lo is onze volgende grote stopplaats. Hier geen koffie, wel bungalowtjes aan het water, hangmatten with a view... Loslopende kindertjes en biggetjes, dolle pret op het erf, ook voor die van ons. Een expeditie om de rivier over te steken, klauteren op gladde rotsen en gloeiend hete keien, tegen de stroom in proberen zwemmen, een dutje op de stenen - of nee, toch maar in de hangmat en de hut. Smoothies bij gebrek aan ijsjes, zwemmen met de kinderen uit de buurt en moeten uitwijken voor de olifanten van het nabijgelegen hotel, bommetje van de rotsen!


In een dorpje in de buurt, Kopthoungthai, geeft Mr Hook ons een rondleiding. Ik had op grond van zijn bijnaam (Captain... of wat dacht je?) en de verhalen een oudere, zonderlinge figuur verwacht, zonder haak maar toch op z'n minst met een kloeke baard of aparte uitdossing. Niets daarvan (wat een idee ook, een Laotiaan met een baard???), Mr Hook blijkt een jonge kerel te zijn. Weliswaar eentje met een ongelooflijke kennis van medicinale planten en oude verhalen van zijn stam, de Katu. Hij vertelt zonder veel poespas en zonder schroom over waarom zelfs jonge kinderen waterpijp roken in het dorp, over animisme, over de vrouwen die moeten gaan bevallen in het bos aan de begraafplaats, over voorspellende dromen, over inwonende families (het grootste huishouden telt momenteel 69 familieleden - in één huis!), over verbannen worden na een ongeluk, over de sjamaan, de goeroe en het medium van het dorp. Straffe kerel, eerlijke verhalen, boeiende inzichten, die zorgen voor verbazing enerzijds en begrip anderzijds. Ninke valt onderweg op de moto in slaap, wat Stijn nogal belemmert in het sturen... Maar we komen veilig 'thuis'. Net als de jeugd die net de schooldag achter de rug heeft, reppen we ons naar de rivier voor opnieuw een verfrissende duik. Terwijl de kinderen om beurten met een grote band over het water dobberen, schrob ik met wat hulp van de lokale vrouwen de broeken van de jongens schoon en was ik het ondergoed - we travelen light, remember?

 
Om de volgende reeks watervallen te bereiken, hebben we een lange rit voor de boeg. Weinig verkeer vandaag, op een paar met fleurige matrassen en torenhoog gestapelde tonnen vrachtwagens na. In enkele dorpen die we passeren zijn feestelijkheden aan de gang. De Beer Lao's vloeien al rijkelijk, zo van 's ochtends vroeg (of hebben ze nachtje doorgefeest misschien?). Het is opnieuw snikheet, dus onze middagstop aan Tad Faek is zeer welgekomen.  Deze plek, berucht om zijn vleesetende visjes, blijkt de lokale versie van de Blaarmeersen te zijn: veel vrienden- en familiegroepen, kinderen die in in het water dollen, BBQ-feestjes, muziek die uit meegebrachte boxen galmt, bierbakken in het water, groepjes die kaarten. We voelen ons hier direct thuis :-) En gelukkig nergens van die bijtgrage vissen te bespeuren... Net voor we vertrekken moet Kobe overgeven. De warmte? Iets verkeerd gegeten? Teveel rivierwater binnen? Een ijsje lijkt wonderen te doen en we kunnen weer op pad. Nog voor we goed en wel de asfaltweg bereiken: indommelende kinderen; zowel voor- als achterop! Een schaduwplekje voor een dutje vinden blijkt schier onmogelijk: weinig schaduw en o-ve-ral mieren. Een paar rek- en strekoefeningen dan maar, een lollie in de mond en weer op weg. Een noodstop omdat Kobe weer moet overgeven. Maar we moeten ongenadig verder, hier op het loden asfalt blijven staan heeft geen zin en we willen niet in het donker rijden, dus er zit niets anders op... Geluk bij een ongeluk: opnieuw zijn er prachtige vergezichten om te bewonderen terwijl we de hellingen opsnorren. En hoe hoger we komen, hoe frisser het wordt, hèhè. Over een stoffige oranje 'dirt road' leggen we de laatste kilometers af naar Tad Fayicseuan. In deze oase van rust, weg van alles, zullen we twee dagen op adem komen. En watervallen zoeken, of wat dacht je?


De rustpauze blijkt dubbel en dik nodig, ook Ninke krijgt een klop van de hamer. En ook Kobe is nog slap en lusteloos. Niet in die mate dat we een aftocht naar het ziekenhuis overwegen, zoals de dames van het guesthouse voorstellen in gebarentaal, maar toch... In gespreide slagorde dan maar (terwijl de anderen rusten) op tocht door de jungle naar verborgen pareltjes. Dalen, zweten, klimmen, zweten. Achter de ene bocht goudgeel gekleurde bamboe, om de andere bocht diepgroene klimplanten die alles overwoekeren. En tegen de grijze rotswand, bevochtigd door het neerklaterende water: felgroene mossen en fuchsiaroze bloemetjes, wat een prachtig contrast! Een andere tocht is er eentje met wat klimwerk, eenvoudig maar lekker avontuurlijk. Zo zonde dat de kinderen nu niet mee zijn! Gelukkig is iedereen 's anderendaags voldoende gerecupereerd om de tocht opnieuw te maken. Genieten!



Om 'the loop' af te werken rijden we terug naar het Oosten, richting Paksé. Onderweg rijden we door wolken vlinders, het lijkt wel een tekening uit het boek van Carl Cneutt! Hier zijn het vooral geeltjes en witjes, al zagen we in het oerwoud ook grote zwarte exemplaren met mooie glanzend blauwe vlekken op de vleugels. Stijn viert de overwinning van Tiesj Benoot in de Strade Bianche met een espresso macchiato onderweg. Picknicken doen we bij de hoge tweelingwatervallen van Tad Fan, waar durvers de vallei oversteken aan een lange zipline. Zo'n helden hebben wij (voorlopig?) niet in onze rangen, dus blijft het bij goedkoop kijkplezier tijdens een snelle hap.



Ook van zwemmen in Tad Champi komt niet veel in huis, te koud, volgens de kinderen. Stijn en ik nemen een korte duik om het stof en zand van onderweg af te spoelen, de kinderen maken een tochtje op een vlot. Waarna we plots overvallen worden door een onweersbui, kletterend tussen de bergen. Onze regenjassen zitten nog in de ruimte onder het zadel van de brommers, dus schuilen we samen met een paar andere verzopen reizigers onder een armtierig zeiltje, dat de plensbui nauwelijks tegenhoudt.


Met handdoeken om als cape, haasten we ons door de laatste regendruppels heen naar boven. Alsnog de regenjassen aan en hup, de brommer op. Spannend, Stijn zit bijna zonder benzine en het (soms steile) paadje dat daarnet nog droog en stoffig was, is nu nat en glibberig... In opperste concentratie rijden we het weggetje op. Een paar keer slipt mijn wiel weg, maar we blijven overeind en halen zonder kleerscheuren de grote weg en de dichtstbijzijnde benzinepomp. We besluiten de resterende watervallen (ja, er zijn er nóg!) links te laten liggen en zetten een race tegen de klok in om voor het vallen van het donker terug in Paksé bij Mr Yves te zijn. Ondanks de wegenwerken en het slechte wegdek halen we het nét, in de schemering rijden we de stad binnen. Mr Yves is bezig aan zijn briefing voor de volgende groep reislustigen. Terwijl we de bagage uit de brommers halen, luister ik met een grote glimlach en vol binnenpretjes nog heel even mee, nu al nagenietend van deze formidabele trip.



(Merci Sophie en Micka voor de gewéldige tip! We hebben op en top genoten!)

Reacties

  1. Reacties
    1. Ja, bij het klimmen op de rotsen en springen in het water hebben we veel aan jou gedacht! Jij zou waarschijnlijk ook van de hoge rotsen gesprongen zijn, je stunts in Brazilië indachtig ;-)) (alhoewel, topsporters mogen waarschijnlijk zo geen risico's nemen...)

      Verwijderen

Een reactie posten