Liefdesbrief aan Laos




Lieve, lieve laos,

wat ben ik blij dat ik bij jou terug ben!
Gek, dat ik nu pas besef hoezeer ik je gemist heb.

Ik word helemaal warm vanbinnen bij de aanblik van je bergen, gehuld in een deken van wel duizend tinten groen. Ze wuiven me toe vanuit de verte. En ze lijken me te lokken; kom, kom wandelen, kom klimmen!



Wat is het een fijn weerzien met je baksteenrode wegen, hoe stoffig en gehavend ook. Het eeuwige afval in je bermen ben ik zelfs bereid (nog even?) goedmoedig door de vingers te zien, zo gelukkig ben ik hier weer rond te hobbelen.



En daar is 'ie weer, al die tijd trouw op post gebleven: de als een sfinx zo onverstoorbare tijger op je Beer Lao-bakken. Hij volgt ons overal met zijn starre blik. Vanop de felgele stapels, als bakens naar elk van je woningen, guesthouses en restaurantjes waar gezelligheid en samenzijn hand in hand gaat met een frisse pint. Waar elke gelegenheid goed is om een feestje te bouwen. En karaoke te zingen ;-)
Om ons heen je moto-tuktuks in felle kleuren, je schier eindeloze stroom brommers met twee, drie, vier, vijf opzittenden. Van oude besjes in amazonezit over broekies van nauwelijks twaalf aan het stuur, tot baby's aan moeders borst, in slaap gewiegd door het brommen van de motor. Daartussen je pick-up-trucks en hier en daar een heldhaftige fietser die de hitte trotseert op eigen kracht.


Ik ben opnieuw gecharmeerd door je bedachtzame monniken in hun oranje gewaden. Je eenvoudige tempels, bewaakt door kleurrijke draken. De vele huisaltaartjes, je voorouders erend.
Wat ben ik blij tussen je palmbomen en ander tropisch groen de kippenpootboom terug te zien, dat bijzonder specimen uit je uitgebreide collectie fauna en flora. Soms kaal als de schilferende stam van een plataan, soms getooid met prachtige tropische bloemen.


Ik kijk vanuit busraampjes genietend naar je lintbebouwing (o globale kwaal, o dwaling der ruimtelijke ordening) en tuur naar de dorpskernen verstopt in je weidse landschappen. Je prachtige houten huizen, vaak paalwoningen, die te midden van koffieplantages, rijstvelden en moestuintjes staan. Soms sober, op het armoedige af, soms staaltjes van knap vakmanschap van de schrijnwerker van dienst. Waarrond kippen scharrelen, varkens, geiten, buffels. En kinderen die blootsvoets rondhupsen, ons vrolijk toelachend.



Want bovenal, wat springt m'n hart op van blijdschap en dankbaarheid telkens ik de warmte van je inwoners voel. Als ze ons enthousiast groeten, gretig zwaaien, ons vriendelijk toelachen, warm onthalen. Mijn hartje gloeit.


O lieve, lieve Laos,
wat ben ik blij dat ik bij je terug ben.
Het is zo heerlijk om hier te zijn!

Reacties