BOMMEKEEEEEEE!


ik ben in thailand, op een eiland.
ik ben met de overzetboot gekomen.
er zijn hier heeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeel veel toeristen.
maar bij ons hotelletje is het rustig.
er is hier een zwembad.
ik doe bommeke in het zwembad.
er is hier ook zee.
ik doe geen bommeke in de zee. 
aan mijn hotelletje zijn er stenen op het strand.
als we wat stappen dan zie je een pijl waar er 'zee' op staat.
dan daar inslaan en dan wat stappen.
dan zie een klein straatje.
daar instappen en dan zie je het grote zandstrand met palmbomen.
daar gaan we soms naar toe.
ik speel veel in de zee.
ik loop naar de zee en ik loop er in.
ik spring over de golven.
soms laat ik me vallen in de golven.
dat vind ik leuk aan de zee!

ninke



Omdat we zin hebben om met zon-zee-strand onze reis af te sluiten, maken we een gigantische verplaatsing: van het zuidelijkste puntje van Laos naar Koh Chang in de Golf van Thailand. Een 36-uur durende trip met zowat alle mogelijke transportmiddelen over water en land. Begrijpe wie begrijpen kan... Zo zot zijn wij :-) Onze favoriet blijft de nachttrein: comfortabel, snel, ruim en als je geluk hebt met je 'buren' ook rustig. Aangezien ik deze keer onder een monnik slaap, is dat laatste geen enkel probleem. Hey, en wie kan er zeggen dat ie een stapelbed gedeeld heeft met een monnik?!?! Aan de grensovergang helpen de kinderen met plezier de nodige visa-paperassen invullen. Als dat geen begrijpend lezen en functioneel schrijven is?!


Koh Chang is elk uur van die lange trip dubbel en dik waard. Denk aan een Bounty-eiland: turquooisblauwe zee - hier en daar wat donkerder waar de koralen lonken, witte en goudgele stranden, wuivende palmbomen langs de kustlijn, het binnenland van het eiland één en al tropisch regenwoud en bergkammen. Zalig! Alleen jammer van de drukbebouwde ringweg en al het volk. Maar goed, al die andere reizigers/toeristen zijn om kràk dezelfde redenen hierheen gekomen natuurlijk, dus wie zijn wij om over hun aanwezigheid te klagen? (een analyse over de begrippen 'reiziger' en 'toerist' is op z'n minst 1000 'eigen' woorden waard, dus dat laat ik hier maar even buiten beschouwing...)


Ons hotelletje ligt een eindje van de drukke weg, dus eenmaal we daar zijn is het zorgeloos genieten. Zeezicht! Zwembad! Hangmat! Dus is het van chillen, rusten, relaxen, hangen, ontspannen, nietsdoen. Behalve zwemmen natuurlijk. En zonnen. En naar de zee kijken. En een cocktail drinken. En chillen, rusten, relaxen, hangen, ontspannen, nietsdoen. Wat lezen, wat bloggen, wat schoolwerk. En chillen, rusten, relaxen, hangen, ontspannen, nietsdoen. Eens tot aan het zandstrand wandelen, een ijsje eten, schelpen verzamelen, een potje frisbee spelen. En nog meer chillen, rusten, relaxen, hangen, ontspannen, nietsdoen.



Jammer genoeg kan onze afgelegen ligging niet verhinderen dat 's nachts de beats van de beachbars door de dunne muren van onze bungalow heen dringen. Dikke vette streep door de rekening. Zelfs oordoppen brengen onvoldoende soelaas. En als er iets is waar ik slecht gezind van word... Juist ja. Niet klagen maar vragen, proberen we onze kinderen te leren, oplossingen zoeken in plaats van te zitten mokken en bokken. Dus verhuizen we halverwege de week naar een stenen bungalow met dikkere muren, hèhè. Blijkt dat in onze 'upgrade' ook de kennismaking met een familie grote gekko's inbegrepen zit, die ons 's avonds met zwarte knikkerogen aanstaren terwijl ze, zich optrekkend met hun knobbelteentjes, boven het houtbeslag komen uit piepen. De max!



Omdat zelfs hier chillen, rusten, relaxen, hangen, ontspannen en nietsdoen (mij) na twee dagen toch begint te vervelen, gaan we nog eens een dagje op avontuur. De één is al wat enthousiaster bij dat vooruitzicht dan de ander . Tja, ook dat is reizen met z'n vijven: rekening houden met de ander, een ander iets gunnen, soms eens iets tegen je goesting doen maar er toch enig enthousiasme voor proberen opbrengen. Moeilijk ;-)  Met de scooter kruipen we de steile hellingen omhoog om dan met dichtgeknepen billen en remmen aan de andere kan weer af te dalen. Tanken doen we eerst met een liter naft uit een whiskeyfles en vervolgens aan een tankstation waar ze "van 't vat" tanken. Cool!


De oostkant van het eiland is véél minder druk. Wanneer we een stop maken om te schuilen voor een tropische regenbui, blijken we in het favoriete restaurant van het lokale ziekenhuispersoneel te zitten, die net lunchpauze hebben. We zijn er de enige niet-Thai. En als we bij het mobiele groentekraam nog een voorraadje vitamines inslaan, zijn we weer helemaal een unicum. Of rariteit ;-) 


De weg slingert zich verder omhoog en omlaag, de kust (met marineschepen voor anker!) aan de ene kant, het groene binnenland aan de andere kant. Hier geen rijst, wel rubberbomen. De tocht die we kozen leidt naar een waterval. Niet dat we er geen genoeg van kunnen krijgen, van die watervallen, wel omdat deze in het droge seizoen zowat droog staat (ha!) en je daardoor via de rivierbedding de tocht erheen kunt maken. Bewegwijzering naar dit pareltje van een wandeling is er niet (welke toerist is zo gek om zich zó in het zweet te werken én kans te maken op natte voeten? neuh...) en zelfs via maps.me geraken we niet verder, dus het is een beetje gissen waar we moeten zijn. Maar als we op goed geluk een klein paadje volgen, komen we uit bij een hoop stenen die met enige fantasie voor een rivierbedding kan doorgaan. En als we even verderop de blauwe buizen van de waterleiding en een afdamming tegen komen, weten we het zeker; we zijn op de goede weg! Het is een tochtje van nauwelijks een kilometer, we gaan meer bergop dan vooruit. Klimmen over, op, langs en kruipen onder grote (en soms gladde) rotsen. De waterval stelt op dit moment inderdaad nauwelijks iets voor. Maar ik kan me inbeelden dat dat het wel is in het regenseizoen, al heb ik er geen idee van of je hier dan wel geraakt. Los daarvan, was ons tochtje vandaag de ideale illustratie bij één van Confucius' wijsheden: "het is niet de bestemming die telt, maar de weg er naar toe". Genoten!


In en rond het zwembad wordt trouwens niet alleen gespeeld en gelummeld, nee, we houden ook snorkeltraining! Want vaderlief wil graag gaan duiken en omdat wij niet saaiweg op de boot willen meegaan als passagier, oefenen we alvast in het zwembad met masker en snorkel. Na enige aarzeling en wat tegensputteren, aanmoediging en oefening zijn alledrie de kinderen er klaar voor: heen en weer zwemmen ze, de blik strak op de lege zwembadbodem gericht. Klaar voor het echte werk! Stijn die een wetsuit en zwemvliezen aanpast, het selecteren van een duikgordel en het verzamelen van de rest van de uitrusting vinden de kinderen al minstens zo interessant als hun eigen vooruitzichten. Geboeid volgen ze alles op de voet. De zee is wat woelig, dus de boot deint behoorlijk op en neer. Vooral Kazzen voelt zich niet erg op zijn gemak. Gelukkig is er wat afleiding in de vorm van speedboten die voorbij racen en de duikinstructeur die Stijns duikgeheugen opfrist. Opnieuw staat onze kroost op de eerste rij om alles te zien wat er gebeurt: de gebarentaal van de duikers, het materiaal dat klaargemaakt wordt, de onderwatercamera die gemonteerd wordt, ...



En dan is het zo ver! Rondom een piepklein eilandje in het Marine Water Reserve gaan eerst de duikers het water in en daarna wij. Stijn wordt enthousiast-bewonderend uitgezwaaid. De kinderen, getooid met grote duikbril, snorkel, zwemvliezen en zwemvest springen één voor één het water in. Moet het gezegd worden dat zwemmen (en snorkelen) in open water, op zee, nog een ander paar mouwen is dan in een zwembad? Zelfs met de belofte van al dat onderwatermoois? Het zout dat prikt in je huid (of zijn het toch kwalletjes?), de temperatuurverschillen, de stroming, ... Gelukkig heeft de (ervaren) bemanning van de boot dat beter begrepen dan ik, één van hen ligt als bij toverslag naast ons in het water met een reddingsband waar Ninke zich kan aan vasthouden en laten voorttrekken. Kobe voelt zich als een euh... visje in het water en Kazzen en ik zwemmen hand in hand rond het eilandje. Tussen het overwinnen van de eerste schrik en een herhaaldelijk 'het-is-genoeg-geweest-ik-kan-niet-meer-ik-wil-terug-naar-de-boot-en-die-reddingsvest-doet-pijn-aan-mijn-keel!' zit een klein halfuur zenuwachtig geplons én verraste uitroepen (aanstoten). Samen vergapen we ons aan de natuurpracht onder water. Koralen in allerlei kleuren en vormen, zebravissen, zee-egels, een school zilverkleurige visjes die voorbij schiet, een trompetvis, een maanlipvis, geelrugfusiliers, de grappige kerstboomwormpjes op de riffen, ... Wauwwwwwww!



Na de lunch gaan we even 'aan land' op een naburig eilandje. Op een verlaten wit zandstrandje vis ik prachtige schelpen van tussen aangespoeld afval. De kinderen spelen in de golven en verbazen zich over de helderheid van het water. Stijn en Kobe gaan een paar meters verderop snorkelen tussen de koralen. Na een poosje komt Stijn Bond-gewijs het water uit, met een gillende Kobe in zijn armen. Gebeten door een vis! (volgens Kobe)  - gesneden aan een stukje koraal (vermoeden wij). Ook al is het een wondje van niks, pijn doet het wel en onze grote zwemmer wil voorlopig het water niet meer in. De tweede snorkelbeurt breng ik dus alleen door, de kinderen weigeren halsstarrig. Jammer maar helaas. Elk nadeel heb z'n voordeel: ik kan op en top, zonder me te bekommeren over de veiligheid van de kinderen, genieten van het uitzicht onder water. Snorkelen is zo rustgevend: de concentratie op je ademhaling, het geluid dat weggefilterd wordt, je blikveld beperkt en net daardoor je bewustzijn verruimd. Ik vind het bovendien zo onwezenlijk, in een wereld rond te dobberen die eigenlijk de onze niet is en daar zomaar getolereerd te worden. Scholen visjes die langs je heen schieten, zachte koralen die wiegen, zonnestralen die door het wateroppervlak breken, felgekleurde verrassingen tussen de rotsen. Ik geniet vol verwondering en dankbaarheid van elk moment. In al mijn enthousiasme vind ik dat de kinderen toch nog héél eventjes mee het water in 'moeten'. Deze keer wint mijn strenge vasthoudendheid het van hun tegenstribbelen, ze gaan elk om beurt nog even mee piepen naar de creaturen die om ons heen zwemmen.



Voor de rest is Koh Chang (voor ons) ook nog: Kobe die zijn buik vol heeft van Oosters eten en verlangt naar vettige hamburgers en frieten, prachtige zonsondergangen, bewonderend kijken naar frisbee-spelers die indrukwekkend ver en gericht gooien (Nele, we hadden er bijna eentje mee in onze valies voor jullie ploeg - zo goed waren ze!), twee ijsjes per dag eten, de laatste zonnecrème en muggencrème opgebruiken, gekke rupsen ontdekken, heerlijke cocktails, apen op elektriciteitskabels, roodverbrande toeristen, seafood op de grill, vanop een afstandje loeren naar louche bars en luxehotels, puzzelen met kinderen in bed, boeddhistische mantra's chanten, schommelen op het strand, door de palmbomen naar de sterren kijken. Stilaan melancholisch worden...

Reacties